Apotheek Bulterman en de Groot

Medische Encyclopedie

Inhoud

Netelroos

Wat is netelroos?

Bij netelroos heb je plotseling jeukende bulten op je huid. We noemen dit ook wel galbulten.

Netelroos komt veel voor, zowel bij kinderen als volwassenen. 1 op de 10 mensen heeft in het leven een keer netelroos. Veel mensen kennen het van de bulten na het aanraken van brandnetels.

Het is niet besmettelijk.

Netelroos ontstaat doordat in je huid stoffen vrijkomen. Bijvoorbeeld histamine. Door deze stoffen hoopt vocht op onder de huid. Hierdoor ontstaan bulten en jeuk.
De stoffen komen vrij in je huid door oorzaken van binnen of buiten je lichaam.

Vaak blijft de precieze oorzaak van netelroos onduidelijk. Dit is bij 1 op de 2 mensen met netelroos het geval.

Oorzaken van netelroos kunnen zijn:

  • Infectie met een virus, bijvoorbeeld een verkoudheid of buikgriep.
    Vooral bij kinderen is dit vaak de oorzaak. Bij de helft van de kinderen met netelroos komt dit door een virus.
  • Overgevoelig of allergisch zijn voor voedsel, bijvoorbeeld voor melk, ei, vis, noten, pinda of soja. Maar ook voor fruit, alcohol en andere dingen die in voeding zitten, bijvoorbeeld kleurstoffen. De netelroos ontstaat dan altijd binnen 1 uur na het eten van dat ene voedingsmiddel. Elke keer weer.
    Bij 1 op de 10 kinderen met netelroos is voeding de oorzaak. Bij volwassenen minder vaak. 
  • Een beet of steek van een insect, bijvoorbeeld een wesp of bij.
  • Aanraken van planten of dieren, bijvoorbeeld brandnetels of kwallen. 
  • Medicijnen. Vooral antibiotica, ACE-remmers en pijnstillers zoals NSAID’s en pijnstillers tegen ernstige pijn .
  • UV-licht (zonlicht)
  • Opwarming van je huid, bijvoorbeeld na een warme douche, bad of sauna. Of door sporten of andere zware inspanning.
  • Afkoeling van je huid, bijvoorbeeld door zwemmen of koude wind.
  • Druk op je huid, bijvoorbeeld na lang zitten of liggen. Of door strak zittende kleren. 

Bloedonderzoek om de oorzaak te vinden heeft meestal geen zin: de oorzaak is bijna nooit in het bloed te vinden. Als je vaak netelroos krijgt, kun je het best elke keer dat je het krijgt, opschrijven wat je die dag hebt gegeten of gedaan. Zo ontdek je misschien wat bij jou de netelroos veroorzaakt.

Kan ik er zelf iets tegen doen?

  • Als je weet waar de netelroos door komt, probeer dit dan te voorkomen. 
  • Krijg je vaker netelroos en weet je niet waardoor? Dan kun je het best zelf proberen de oorzaak te ontdekken. Elke keer dat je bulten krijgt, schrijf je op wat je die dag hebt gegeten of gedaan. Zo ontdek je misschien welke dingen bij jou netelroos veroorzaken. 
  • Draag luchtige, los zittende kleding.
  • Hoe moeilijk het ook is: probeer niet te krabben. Krabben maakt de jeuk erger.
  • Je klachten kunnen erger worden door alcohol, pijnstillers (NSAID’s, sterke pijnstillers), stress en hitte. Probeer dit te vermijden.
  • Als je denkt dat je klachten door 1 van je medicijnen komen, bespreek het dan altijd met je huisarts. Stop niet zomaar met je medicijnen. Soms moet je huisarts dan een ander medicijn voorschrijven.
  • Als je arts heeft gezegd dat je netelroos komt door een medicijn: zorg dan dat je dit medicijn niet nog een keer slikt! Dit is het advies:
    • Schrijf de naam van het medicijn op.
    • Geef de naam van het medicijn door aan je huisarts en apotheek.
    • Zorg dat je de naam van dit medicijn altijd bij je hebt. Ook in het buitenland. Schrijf het bijvoorbeeld op een papiertje dat je in je portemonnee bewaart. Of schrijf het op in je telefoon.
    • Zeg voortaan tegen al je artsen dat je van dit medicijn netelroos krijgt. Ook als ze er niet naar vragen.
       
  • Twijfel je of je netelroos hebt, maak dan een foto van de bulten op je huid om aan je arts te laten zien.

Wat kan de apotheker voor mij doen?

Uw apotheker zorgt ervoor dat u uw medicijnen goed en veilig kunt gebruiken. Het maakt niet uit of u een medicijn korte tijd of langdurig nodig heeft.

  • Receptcontrole

De apotheker controleert elk recept. Bijvoorbeeld: is het juiste medicijn voorgeschreven en meegegeven, is de dosering goed, kan het medicijn samen met andere medicijnen die u gebruikt. Als het nodig is, overlegt uw apotheker met uw huisarts of specialist.

  • Overzicht van uw medicijnen

Uw apotheker houdt bij welke medicijnen u gebruikt. U kunt in de apotheek altijd om een overzicht van uw medicijnen vragen. Dit kunt u bijvoorbeeld meenemen als u uw specialist bezoekt, in het ziekenhuis wordt opgenomen of naar het buitenland gaat.

  • Delen van informatie over uw medicijnen met andere zorgverleners

Uw apotheker, huisarts en het ziekenhuis kunnen informatie over uw medicijnen met elkaar delen als dat nodig is voor uw behandeling. Dit mag alleen als U daar toestemming voor geeft.

  • Begeleiding bij nieuwe geneesmiddelen

Krijgt u een medicijn dat u in de afgelopen 12 maanden niet hebt gebruikt? Dan krijgt u extra uitleg over deze medicijnen.

  • Ondersteuning als u uw medicijnen weleens vergeet in te nemen

De apotheker heeft daar hulpmiddelen voor. Als uw zorgverzekeraar toestemming geeft, kan uw apotheker uw medicijnen per dag en per tijdstip van inname in aparte zakjes voor u laten verpakken.

  • Persoonlijk gesprek over uw medicijnen

Heeft u vragen over uw medicijnen, of problemen met het gebruik? Bijvoorbeeld moeite met slikken van medicijnen, openmaken van de verpakking, of last van een vervelende bijwerking? Vraag uw apotheker om een persoonlijk gesprek. Hij kijkt dan samen met u welke mogelijkheden er zijn om uw probleem te verhelpen.

  • Medicatiebeoordeling

Uw apotheker en huisarts kunnen u uitnodigen voor een gesprek over uw medicijnen. Dit is mogelijk bij patiënten ouder dan 65 jaar die langdurig meer dan 5 medicijnen gebruiken. Samen met u bespreken ze of er verbetering mogelijk is. Als u bijvoorbeeld last hebt van bijwerkingen van een medicijn kan het soms vervangen worden door een ander medicijn.

  • Zelfzorg

Bij de apotheek kunt u terecht voor advies over medicijnen die u zonder recept (= zelfzorgmedicijnen) kunt kopen, voor verbandmiddelen en cosmetica. De apotheek kan zelfzorgmedicijnen voor u opnemen in uw medicatiedossier. Dan kan de apotheker controleren of u ze veilig samen met uw receptmedicijnen kunt gebruiken.

  • Bezorgservice

Bent u moeilijk ter been? Informeer bij uw apotheek of zij uw medicijnen bij u thuis kunnen bezorgen.

In welke gevallen kan ik beter naar de huisarts gaan?

Heb je netelroos? Bel dan met spoed je huisarts, de huisartsen-spoedpost of 112 bij 1 of meer van deze klachten:

  • Je tong of keel worden dik.
  • Je ademt moeilijk of je hoort een piepend geluid als je ademt.
  • Je stem klinkt plotseling hees.
  • Je bent duizelig of valt flauw.
  • Je hebt erge krampen in je buik of je geeft vaker over.

Deze klachten kunnen komen door een erge allergische reactie. Je moet dan zo snel mogelijk een prik met medicijnen krijgen.

Bij 1 of meer van deze dingen maak je op werkdagen een afspraak met je huisarts:

  • Je krijgt steeds meer bulten of jeuk. Zonder andere klachten.
  • Je slikt medicijnen tegen netelroos, maar de bulten en jeuk worden niet minder.
  • De netelroos komt vaker terug.
  • Je denkt dat je netelroos krijgt door je eigen medicijnen.

Welke medicijnen worden gebruikt bij

Anti-allergiemiddelen
Anti-allergiemiddelen, ofwel antihistaminica, blokkeren de werking van histamine, een stof die bij een allergische reactie in het lichaam vrijkomt. Voorbeelden zijn acrivastine, cetirizine, clemastine, desloratadine, ebastine, fexofenadine, ketotifen, levocetirizine, loratadine, mizolastine, promethazine en rupatadine.

Omalizumab
Omalizumab vermindert de klachten bij netelroos. Het is niet volledig bekend hoe omalizumab werkt.

Montelukast
Montelukast vermindert de klachten bij netelroos. Artsen schrijven montelukast voor in combinatie met anti-allergiemedicijnen.

Prednison, prednisolon
Prednison en prednisolon verminderen de klachten bij netelroos. Artsen schrijven prednison of prednisolon voor in combinatie met anti-allergiemedicijnen, als deze medicijnen onvoldoende effect hebben.

Terug naar overzicht