Apotheek Bulterman en de Groot

Medische Encyclopedie

Inhoud

Wondjes

Wat zijn wondjes?

Met 'wondjes' bedoelen we snijwonden, schaafwonden, eerstegraads brandwonden, bijtwonden door mens of dier, insectenbeten of -steken, krabwonden, kloven en blaren.

Hoe verloopt de genezing van een wond?

  • Door het bloeden worden vuil en ziekteverwekkers uit de wond gespoeld. Daarna vernauwen de bloedvaten zich en ontstaan er bloedstolsels.
  • Uit het gestolde bloed en het weefselvocht ontstaat een korst, die het weefsel eronder beschermt tegen uitdroging en vuil.
  • Onder de korst wordt nieuw weefsel gevormd. Eerst ontstaat bobbeltjesweefsel, glanzend en rood van kleur, dat makkelijk bloedt. Daar groeit huidweefsel overheen en zo wordt de wond gesloten.
  • De korst valt er vanzelf af. Als er geen infectie is, is het het beste de korst er niet voortijdig af te halen.

Genezing gaat minder snel als de wond ontstoken raakt
Bij een ontsteking is de plek rood, pijnlijk en warm en er komt vocht of pus uit. De verwonde persoon kan zelfs (lichte) koorts hebben. Een ontsteking ontstaat door vuil en bacteriën.

Kan ik er zelf iets tegen doen?

Verzorging van een brandwond

  • Een brandwond moet onmiddellijk, en 10-20 minuten lang, worden gekoeld onder zacht stromend lauw water.
  • Raak de brandwond niet aan.
  • Smeer niets op uw brandwond! Er is van geen enkele crème of zalf aangetoond dat die de genezing verbetert of de kans op infectie verkleint.
  • Bij een tweedegraads brandwond zit er een blaar, met vaak daaromheen een rode plek. Laat blaren liefst heel, behalve als u er veel last van heeft. Een niet geknapte (brand)blaar die hinderlijk is, kunt u inprikken met een gesteriliseerde naald.

Verzorging van een andere wond

  • Bekijk de wond. Is deze open of gesloten, hoe groot, hoe diep, zit er vuil in? Kunt u het niet goed zien door bloed of vuil, maak dan de wond eerst schoon.
  • Schoonmaken: spoel de wond onder zacht stromend lauw water. Haal vuil of splinters weg met een gesteriliseerd pincet.
  • Ook door het bloeden, spoelt het vuil uit de wond. Wacht met ontsmetten tot een eventuele bloeding is gestopt.
  • Twijfelt u of het nodig is om de wond te hechten? Neem contact op met de huisarts. Hechten kan tot 8 uur na het ongeval.

Ontsmetting van de wond

Ontsmet een open wond met chloorhexidine-oplossing of povidonjodium-oplossing. Laat de wond even drogen.

Ontsmettingsmiddelen

  • Chloorhexidine is een heldere, ontsmettende vloeistof, crème of spray. Mogelijke bijwerking: huidirritatie, allergische reacties. Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor chloorhexidine.
  • Povidonjodium, een bruine vloeistof die jodium bevat. Povidonjodium werkt zolang het bruin op de wond zichtbaar is. Maar door deze kleur is de wond moeilijker te bekijken. Mogelijke bijwerking: huidirritatie, allergische reacties. Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor jodium, bij schildklierafwijkingen of als u zwanger bent. Gebruik het niet vaak of langdurig als u borstvoeding geeft.

Verkoelingsmiddel

  • Lidocaïne-levomentholgel FNA werkt tegen jeuk en pijn. Maar u kunt dit beter niet gebruiken als de huid beschadigd is (pijnlijk). Menthol werkt verkoelend en jeukstillend, lidocaïne werkt plaatselijk verdovend. 1 tot 2x per dag de gel dun aanbrengen, zo nodig vaker. Mogelijke bijwerking: huidirritatie. Niet gebruiken bij kinderen tot 2 jaar en niet op en rond de tepels bij borstvoeding.
  • Pramocaïne met zinkoxidecrème werkt tegen jeuk en pijn. Maar u kunt dit beter niet gebruiken als de huid beschadigd is (pijnlijk). Zinkoxide werkt verkoelend en verzachtend, pramocaïne werkt plaatselijk verdovend. 1-2x per dag de crème dun aanbrengen. Mogelijke bijwerkingen: allergie en huidirritatie. Niet gebruiken op en rond de tepels bij borstvoeding.

Wat kan de apotheker voor mij doen?

Bij uw apotheek bent u aan het juiste adres voor:

  • informatie over ontsmettingsmiddelen en verbandsoorten;
  • advies over de inhoud van uw verbanddoos. Een kant-en- klare doos bevat de belangrijkste benodigdheden. Maar u kunt ook zelf een verbanddoos samenstellen, afgestemd op uw eigen omstandigheden en wensen.

Tips

  • Verschillende soorten wondverband zijn bij de apotheek ook per stuk te koop.
  • Schaf niet meer aan dan u nodig denkt te hebben – steriel verband heeft een houdbaarheidsdatum en pleisters kunnen na jaren hun plakkracht verliezen.
  • Vergeet niet uw verbanddoos regelmatig aan te vullen.

Uw apotheker zorgt ervoor dat u uw medicijnen goed en veilig kunt gebruiken. Het maakt niet uit of u een medicijn korte tijd of langdurig nodig heeft.

  • Receptcontrole

De apotheker controleert elk recept. Bijvoorbeeld: is het juiste medicijn voorgeschreven en meegegeven, is de dosering goed, kan het medicijn samen met andere medicijnen die u gebruikt. Als het nodig is, overlegt uw apotheker met uw huisarts of specialist.

  • Overzicht van uw medicijnen

Uw apotheker houdt bij welke medicijnen u gebruikt. U kunt in de apotheek altijd om een overzicht van uw medicijnen vragen. Dit kunt u bijvoorbeeld meenemen als u uw specialist bezoekt, in het ziekenhuis wordt opgenomen of naar het buitenland gaat.

  • Delen van informatie over uw medicijnen met andere zorgverleners

Uw apotheker, huisarts en het ziekenhuis kunnen informatie over uw medicijnen met elkaar delen als dat nodig is voor uw behandeling. Dit mag alleen als U daar toestemming voor geeft.

  • Begeleiding bij nieuwe geneesmiddelen

Krijgt u een medicijn dat u in de afgelopen 12 maanden niet hebt gebruikt? Dan krijgt u extra uitleg over deze medicijnen.

  • Ondersteuning als u uw medicijnen weleens vergeet in te nemen

De apotheker heeft daar hulpmiddelen voor. Als uw zorgverzekeraar toestemming geeft, kan uw apotheker uw medicijnen per dag en per tijdstip van inname in aparte zakjes voor u laten verpakken.

  • Persoonlijk gesprek over uw medicijnen

Heeft u vragen over uw medicijnen, of problemen met het gebruik? Bijvoorbeeld moeite met slikken van medicijnen, openmaken van de verpakking, of last van een vervelende bijwerking? Vraag uw apotheker om een persoonlijk gesprek. Hij kijkt dan samen met u welke mogelijkheden er zijn om uw probleem te verhelpen.

  • Medicatiebeoordeling

Uw apotheker en huisarts kunnen u uitnodigen voor een gesprek over uw medicijnen. Dit is mogelijk bij patiënten ouder dan 65 jaar die langdurig meer dan 5 medicijnen gebruiken. Samen met u bespreken ze of er verbetering mogelijk is. Als u bijvoorbeeld last hebt van bijwerkingen van een medicijn kan het soms vervangen worden door een ander medicijn.

  • Zelfzorg

Bij de apotheek kunt u terecht voor advies over medicijnen die u zonder recept (= zelfzorgmedicijnen) kunt kopen, voor verbandmiddelen en cosmetica. De apotheek kan zelfzorgmedicijnen voor u opnemen in uw medicatiedossier. Dan kan de apotheker controleren of u ze veilig samen met uw receptmedicijnen kunt gebruiken.

  • Bezorgservice

Bent u moeilijk ter been? Informeer bij uw apotheek of zij uw medicijnen bij u thuis kunnen bezorgen.

In welke gevallen kan ik beter naar de huisarts gaan?

  • Bij andere wondsoorten dan die hier worden genoemd.
  • Bij een wond met veel vuil of zand erin.
  • Bij een ontstoken wond die rood is, klopt, en/of waar pus uit komt.
  • Bij brandwonden, als de wond groter is dan een halve hand van degene die zich heeft gebrand.
  • Bij vochtige, rode brandwonden of blaren in het gezicht, op handen of voeten, rond de gewrichten of op de geslachtsdelen.
  • Als er na enkele dagen geelgroen vocht uit de brandwond komt.
  • Als er na een verbranding een geelwitte, bruine of zwarte droge plek ontstaat die geen pijn doet.
  • Als een baby of kleuter een brandwond heeft.
  • Bij een bijtwond (zoals van een mens, hond, kat, paard, konijn of cavia).
  • Als het bloeden van de wond niet stopt of als er na een aantal dagen meer vocht uit de wond komt.
  • Als u diabetes heeft en blaren op uw voeten heeft die niet goed genezen.
  • Als u door de wond bepaalde bewegingen niet meer kunt maken.
  • Als na enkele dagen de wond roder of pijnlijker wordt of er pus uitkomt.
  • Bij een wond die verslechtert.
  • Als u koorts krijgt of u zich erg ziek voelt.
  • Als u veel pijn heeft.
  • Als na 1 week of langer de wond niet geneest of verbetert en bij een open wond die al 2 dagen bestaat en nog steeds pijn doet.
  • Als u door de wond kans heeft op besmetting met HIV of hepatitis B of C.

Bij sommige wondjes kan de arts medicijnen voorschrijven. Uit voorzorg of om infecties te bestrijden. Bijvoorbeeld een antibioticum bij wondroos. Een tetanusvaccin kan soms nodig zijn als de wond in contact is geweest met straatvuil.

Welke medicijnen worden gebruikt bij

Ontsmettingsmiddelen
Deze middelen voor op de huid werken antibacterieel en zorgen ervoor dat de wond niet ontstoken raakt. Voorbeelden zijn cetrimide, chloorhexidine, chloorxylenol en povidonjodium.

Pijn- en jeukstillende middelen voor op de huid
Deze middelen maken de huid gevoelloos waardoor u jeuk en pijn minder voelt. Voorbeelden zijn lidocaïne en pramocaïne.

Terug naar overzicht