Apotheek Bulterman en de Groot

Medische Encyclopedie

Inhoud

budesonide om in te nemen

Budesonide is een bijnierschorshormoon, ook wel een corticosteroïd genoemd. Bijnierschorshormonen remmen ontstekingen en overgevoeligheidsreacties.

Artsen schrijven budesonide voor bij de ziekte van Crohn en bij andere chronische darmontstekingen, zoals microscopische colitis en colitis ulcerosa. Ook schrijven artsen het voor bij slokdarmontsteking (eosinofiele oesofagitis) en bij de chronische leverontsteking ‘auto-immuun hepatitis’. De afweer zorgt voor bescherming tegen ziektes. Bij een auto-immuunziekte werkt uw afweer tegen uw eigen lichaam.

Wat doet budesonide om in te nemen en waarbij gebruik ik het?

Ziekte van Crohn

Bij de ziekte van Crohn zijn delen van de darm chronisch ontstoken. De ontsteking veroorzaakt buikpijn, koorts, diarree, moeheid en gewichtsverlies.  Periodes met weinig klachten worden afgewisseld met periodes waarin de ziekte opvlamt.

Oorzaak
De precieze oorzaak van de ziekte van Crohn is niet bekend. Waarschijnlijk is het afweersysteem in de war en valt deze goede bacteriën in de darm aan. Hierdoor ontstaat een ontsteking die de darmen verder schade geeft. De ontsteking dringt diep door tot de spierlagen van de darmen. Meestal is het laatste deel van de dunne darm en het eerste deel van de dikke darm aangedaan.

Door de chronische ontsteking ontstaan verdikkingen in de darm. De poep kan daar moeilijk langs. Ook ontstaan verbindingsbuisjes (fistels) van de darm naar andere organen, zoals de blaas, de vagina en tussen delen van de darm onderling.

Behandeling
Het is belangrijk de ontsteking zoveel mogelijk te voorkomen en als ze wel optreden te remmen. Hierdoor, neemt de buikpijn af en ontstaan er geen nieuwe verdikkingen of fistels.

De ziekte van Crohn wordt meestal in eerst behandeld met een bijnierschorshormoon dat in de darm werkt, zoals budesonide. Budesonide wordt gebruikt bij ontstekingen die vooral in het laatste deel van de dunne darm of aan het begin van de dikke darm zitten.

Bij ernstiger vormen van de ziekte van Crohn, of als de ontsteking hoger in de darm zit, schrijft de arts sterkere bijnierschorshormonen voor. Zoals prednisolon, of afweerremmende medicijnen.

U moet dit medicijn een aantal weken gebruiken om de ziekte weer rustig te krijgen. Als de opvlamming voorbij is kunt u het gebruik weer stoppen.

Effect
Budesonide remt de ontsteking in de darm. Het medicijn zit in een capsule of in korrels. Deze hebben een vertraagde afgifte. Dit betekent dat budesonide pas in het laatste deel van de darmen vrijkomt. Dus de dunne darm en het opstijgende deel van de dikke darm. Dat zijn de plaatsen waar de ziekte meestal zit. Budesonide komt maar weinig in de rest van het lichaam. Het werkt vooral in de darm zelf. Het heeft daardoor minder bijwerkingen dan andere bijnierschorshormonen.

Meestal merkt u binnen een paar uur dat de klachten minder worden. Maar het kan enkele weken duren voor de ziekte weer rustig is.

Lees meer over ziekte van crohn . “

Chronische darmontsteking

Oorzaak en verschijnselen
Budesonide om in te nemen wordt gebruikt bij microscopische colitis. Bij deze zeldzame ziekte ontstaat extra bindweefsel in de darmwand van de dikke darm. Hierdoor raakt de darmwand ontstoken.

Deze ziekte komt vooral voor bij vrouwen en ontstaat meestal pas na het 50e jaar. De oorzaak is niet bekend, maar men denkt dat het bindweefsel ontstaat als afweerreactie tegen de eigen damwand. Klachten zijn waterige diarree, soms wel 5 tot 10 keer op een dag. Dit geeft heftige buikkrampen. Ook is het zeer belastend voor het dagelijks leven.

Behandeling
Budesonide remt de ontsteking in de darm. Dit medicijn zit in een capsule of in korrels. Deze hebben een vertraagde afgifte. Dit betekent dat budesonide pas in het laatste deel van de darmen vrijkomt. Dat is de plaats waar de ziekte meestal zit.

Budesonide komt weinig in de rest van het lichaam. Het werkt vooral in de darm zelf. Daarom heeft het minder bijwerkingen dan andere bijnierschorshormonen.
Meestal merkt u binnen een paar uur dat de klachten minder worden. Het kan enkele weken duren voor ziekte weer rustig is.

Lees meer over chronische darmontsteking . “

Colitis ulcerosa

Colitis ulcerosa is een chronische ontsteking van het slijmvlies van de dikke darm. Hierdoor heeft u vaak en forse diarree, vaak met bloed en slijm erbij.
Andere klachten zijn buikpijn, koorts, uitdrogingsverschijnselen, bloedarmoede en gewichtsverlies. Periodes met weinig klachten worden afgewisseld met periodes waarin de ziekte opvlamt.

Oorzaak
Bij colitis ulcerosa is meestal alleen het laatste deel van de dikke darm aangedaan, het rectum. De ziekte heet dan proctitis ulcerosa. Na verloop van jaren kan de ziekte zich uitbreiden naar de rest van de dikke darm.
De oorzaak van de ontsteking is ‘een auto-immuunreactie’. Dit betekent dat het natuurlijke afweermechanisme de cellen in de eigen darmwand aanvalt.

Behandeling
Colitis ulcerosa wordt eerst behandeld met 5-ASA-medicijnen, zoals mesalazine. Heeft dat onvoldoende effect bij een aanval, dan schrijven artsen soms een bijnierschorshormoon voor, zoals budesonide. Het werkt alleen in de darm en remt daar de ontstekingen. Als de opvlamming voorbij is, kunt u het gebruik weer stoppen.

Bij ontstekingen aan het einde van de darm of bij de poepgat kan budesonide met een klysma worden toegediend. Maar als de ontsteking in hoger gelegen delen van de darm zit zijn tabletten nodig. Deze hebben een speciaal laagje dat pas oplost in een specifiek deel van de darm.

Effect
Dit medicijn remt de ontsteking van colitis ulcerosa. Het zit in een tablet met vertraagde afgifte. Dit betekent dat de werkzame stof pas in het laatste deel van de darmen vrijkomt. Dat is de plaats waar de ziekte meestal zit.

Budesonide komt weinig in de rest van het lichaam. Het werkt vooral in de darm zelf. Daardoor heeft het minder bijwerkingen dan andere bijnierschorshormonen. Meestal merkt u binnen een paar uur dat de klachten minder worden. Het kan een paar weken duren voor de ziekte weer rustig is merkt.

Lees meer over colitis ulcerosa . “

Ernstige leverziekte

Budesonide wordt soms gebruikt bij auto-immuun hepatitis (leverontsteking door een verstoorde afweer ).

Oorzaak en verschijnselen
Door een foute afweerreactie tegen de eigen levercellen kan de lever chronisch ontsteken. De belangrijkste klachten van deze chronische hepatitis (leverontsteking) zijn geelzucht, extreme moeheid, buikpijn, jeuk en een opgeblazen buik. Uiteindelijk kan de minder gaan werken. De lever is nodig om het lichaam te ontgiften.

Behandeling
Auto-immuun hepatitis wordt behandeld met medicijnen die de lichaamseigen afweer remmen, zoals budesonide. Het wordt meestal gebruikt samen met azathioprine, een ander medicijn dat de afweer onderdrukt.

Werking
Budesonide wordt via de darmen in het bloed opgenomen. Voordat dit bloed in de rest van het lichaam komt gaat het door de lever. In de lever onderdrukt het de afweerreactie tegen de eigen levercellen. Daarna maakt de lever budesonide voor een groot deel onwerkzaam. Het heeft hierdoor minder bijwerkingen in de rest van het lichaam dan anders bijnierschorshormonen, zoals prednisolon.

Lees meer over ernstige leverziekte . “

Overige keelaandoeningen

Eosinofiele oesofagitis (slokdarmontsteking)
Eosinofiele oesofagitis is een ontsteking van de slokdarm (oesofagus). Het wordt veroorzaakt door een bepaald soort afweercellen (eosinofielen). Deze afweercellen reageren op prikkels en stoffen waar u allergisch voor bent. Hierdoor ontstaat een ontsteking in de slokdarm die niet vanzelf overgaat.

Budesonide kan worden gebruikt bij een slokdarmontsteking. Het remt de ontsteking en maakt allergische reacties minder.

Lees meer over overige keelaandoeningen . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven. De kans op deze bijwerkingen hangt af van uw eigen gevoeligheid voor dit medicijn, de hoeveelheid budesonide die u gebruikt en de duur van de behandeling.

De bijwerkingen zijn soms lastig of vervelend, maar meestal niet gevaarlijk of schadelijk.

 

Bijwerkingen die u meteen vanaf het begin kunt krijgen:

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Maag- of darmklachten, zoals misselijk zijn of opkomend maagzuur. Zeer zelden maagpijn, een opgezette buik, diarree of verstopping.

    Als u dit medicijn vlak voor het eten inneemt, kunt u deze klachten meestal voorkomen.

  • Meer kans op infecties met bacteriën, virussen of schimmels

    Overleg voor gebruik met uw arts als u een infectie heeft, zoals tuberculose. Dat is nodig omdat sluimerende infecties door dit medicijn erger kunnen worden. Bovendien heeft u het minder snel in de gaten als een infectie uit de hand loopt. Dit medicijn maakt namelijk de verschijnselen van een ontsteking, zoals roodheid en zwelling, minder.
    Neem in elk geval contact op met uw arts bij

    • een ontsteking die opeens opkomt;
    • darminfecties;
    • ontstekingen in of rond uw ogen;
    • ontstekingen waarvan u weet of vermoedt dat deze door een virus zijn veroorzaakt, zoals gordelroos;
    • als in uw omgeving mazelen of waterpokken heerst;
    • als u een wond heeft die slecht geneest;
    • als u gevaccineerd moet worden, bijvoorbeeld tegen tropische ziekten. Mogelijk reageert uw lichaam onvoldoende op de inenting.

     

  • Hoofdpijn en duizelig zijn.

  • Gewrichtspijn en spierklachten, zoals spierzwakte, snel moe zijn, spierpijn en spierkrampen in handen, voeten en benen. Zeer zelden trillende handen. Mensen met de spierziekte myasthenia gravis kunnen hier extra last van hebben. Raadpleeg uw arts als uw klachten erger worden.

    Deze bijwerkingen kunnen na stoppen van het medicijn nog lang aanhouden.

  • Veranderingen in gevoel en stemming.

    Dit kan per persoon verschillen. U kunt energieker, prikkelbaar, rusteloos worden, maar ook neerslachtig, futloos, slaperig of moe. Zeer zelden kunt u angstig of agressief worden. Heeft u veel last van deze stemmingsveranderingen of slaapproblemen? Praat erover met uw arts. Mogelijk moet de dosering iets lager.

  • Bent u depressief of wordt u hiervoor behandeld? Overleg met uw arts voor u dit medicijn gaat gebruiken.

  • Klachten van diabetes (suikerziekte). U merkt dit aan veel dorst en veel plassen. Dit komt vooral voor bij mensen boven de 75 jaar.

  • Heeft u diabetes? Uw bloedsuiker kan stijgen door dit medicijn. Meet in de volgende gevallen extra vaak uw bloedsuiker:

    • Als u dit medicijn in een hoge dosering (stootkuur) langer dan 10 dagen gaat gebruiken.
    • Als u last heeft van dorst, droge mond, veel plassen en moe zijn. Deze klachten komen door een te hoge bloedsuiker.
    • Bij een infectie.

    Heeft u een te hoge bloedsuiker? Raadpleeg dan uw arts. Mogelijk heeft u tijdens de behandeling meer glucoseverlagers nodig.

  • Stoornissen in uw hartritme. Raadpleeg uw arts als u dit merkt, bijvoorbeeld aan hartkloppingen.

  • Huidklachten, zoals slecht genezende wonden, rode huid en galbulten. Roodheid en galbulten kunnen door overgevoeligheid komen, maar dat hoeft niet.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Maagzweer of darmzweer

    Dit medicijn kan een maagzweer erger maken. Overleg voor gebruik met uw arts of apotheker als u een maag- of darmzweer heeft of kortgeleden heeft gehad. Misschien heeft u een maagbeschermer nodig. Raadpleeg uw arts als uw maagklachten verergeren.

  • Ontsteking van de alvleesklier. Waarschuw een arts bij plotselinge hevige pijn in uw bovenbuik.

  • Vochtophoping (oedeem). Dit merkt u vooral aan opgezwollen enkels en voeten.
    Mensen die al last van oedeem hebben, bijvoorbeeld door hartfalen zijn hier extra gevoelig voor. Overleg daarom voor gebruik met uw arts als u hartfalen of oedeem heeft.

  • Een te hoge bloeddruk

    Dit komt vooral voor bij doseringen en bij mensen die hier gevoelig voor zijn. Overleg voor gebruik met uw arts als u een hoge bloeddruk heeft of hiervoor behandeld wordt. Uw bloeddruk moet vaker gecontroleerd.

  • Ernstige psychische klachten, zoals overdreven opgewekt gevoel, impulsief gedrag, in de war zijn en agressie. En wanen (u gelooft of denkt dingen die niet kloppen) en hallucinaties (u ziet, voelt of hoort dingen die er niet zijn).

    Overleg bij deze verschijnselen met uw arts.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit kunt u merken aan huiduitslag, galbulten en jeuk.
    In zeldzame gevallen ontstaat een ernstige allergie (met onder andere benauwd zijn, zwelling van mond, keel, verlies van het bewustzijn). Ga dan meteen naar een arts of Eerste-Hulpdienst.

    In beide gevallen mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheek door dat u overgevoelig bent voor budesonide. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

Als u het meer dan 3 weken achter elkaar gebruikt of meerdere kuren per jaar nodig heeft: u heeft meer kans op onderstaande bijwerkingen. Ze treden soms pas na maanden op, of als u al bent gestopt.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Zwaarder worden en een andere vetverdeling.

    Dit komt door een andere opbouw en afbraak van vet, meer eetlust en vasthouden van vocht. Vet gaat vooral zitten op de buik en op de bovenkant van de rug. Het is vaak nodig uw eetgewoontes aan te passen om uw gewicht op peil te houden. Een diëtist kan u daarbij helpen.

  • Dik gezicht (bolle wangen)

    Deze bijwerking verdwijnt weer als u stopt met het medicijn.

  • Dunnere huid, waardoor u sneller blauwe plekken heeft en streepvormige littekens (striae)

    Enige maanden na het stoppen met de behandeling heeft de huid meestal weer zijn normale dikte terug. De littekens verdwijnen niet meer.

  • Verminderde werking van de bijnierschors. Vooral kinderen zijn gevoelig voor deze bijwerking.

    Hier heeft u tijdens de behandeling geen last van, maar na het stoppen heeft uw bijnierschors tijd nodig om op gang te komen om weer zelf bijnierschorshormonen aan te maken. Dit kan meerdere maanden duren.

  • Broze botten (osteoporose), waardoor deze eerder breken.

    Het belangrijk tijdens het gebruik van dit medicijn voldoende kalk te gebruiken (in de vorm van zuivelproducten of eventueel als tabletten). Ook lichaamsbeweging is nodig, omdat dat zorgt voor een actieve opbouw van de botten. Mogelijk zal de arts u adviseren ook medicijnen tegen botontkalking te gebruiken.

  • Te weinig kalium in uw bloed. Dit merkt u onder andere aan spierkrampen, spiertrekkingen, spierpijn, spierzwakte, minder eetlust, verstopping en hartkloppingen of een overslaand hart.

    Neem bij een of meer van deze klachten contact op met uw arts.

  • Bij vrouwen: wegblijven van de menstruatie tijdens de behandeling.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Staar (een blijvende vertroebeling van de ooglens: cataract)

    Neem contact op met uw arts als u slechter, wazig of dubbel ziet. Staar komt meestal alleen voor bij regelmatig gebruik gedurende meerdere jaren.

  • Glaucoom (verhoogde oogboldruk)

    Overleg met uw arts als u weet dat u glaucoom heeft, terwijl u daar niet voor wordt behandeld. Waarschuw uw arts als u minder goed gaat zien of als u hevige pijn achter uw oog heeft die niet binnen enkele uren wegtrekt. Glaucoom komt meestal alleen voor bij regelmatig gebruik gedurende meerdere jaren.

  • Huidklachten, zoals acne (jeugdpuistjes), jeuk, meer lichaamsbeharing (vooral in het gezicht), puntvormige huidbloedinkjes

  • Impotentie

  • Ernstige hart-vaataandoening, zoals hartfalen, een hartaanval of een beroerte

    Hier is meestal pas kans op na meerdere maanden gebruik.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik budesonide om in te nemen gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Ontstekingsremmende pijnstillers, zoals acetylsalicylzuur, diclofenac, ibuprofen en, naproxen. Deze pijnstillers hebben als bijwerking maag- en darmzweren. De kans hierop is groter als u ook budesonide gebruikt. De pijnstiller paracetamol heeft deze bijwerking niet. Deze kunt u wel veilig gebruiken.
    Heeft u een ontstekingsremmende pijnstiller nodig? Overleg met uw arts of apotheker. Als u budesonide gebruikt moet u vaak ook een maagbeschermend middel slikken.
  • Bepaalde vaccins, bijvoorbeeld bof-mazelen-rodehondvaccin (BMR-vaccin), rotavirusvaccin, varicellavaccin (tegen waterpokken) en BCG-vaccin (tegen tuberculose). Budesonide kan ervoor zorgen dat deze vaccins minder goed werken. Ook kunnen ze de kans op bijwerkingen van de vaccins groter maken.
    Overleg met de arts als u gevaccineerd moet worden.
  • Onderstaande medicijnen kunnen de hoeveelheid budesonide in het bloed verhogen. Hierdoor kan budesonide bijwerkingen in de rest van het lichaam veroorzaken. Overleg met uw arts of apotheker als u een van deze medicijnen gebruikt of gaat gebruiken:
    de antibiotica claritromycine en erytromycine;
    de antischimmelmedicijnen itraconazol, ketoconazol, voriconazol.
  • Carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne of primidon (medicijnen onder andere gebruikt bij epilepsie) en het medicijn tegen tuberculose rifampicine. Deze medicijnen kunnen de hoeveelheid budesonide in het bloed verlagen. Dit kan van belang zijn als u budesonide langer dan 2 weken achter elkaar gebruikt. Als u met deze medicijnen stopt, stijgt de hoeveelheid budesonide juist. Overleg hierover met uw arts of apotheker. Dus ook als u met een van deze medicijnen gaat stoppen.
  • Sommige medicijnen tegen hiv en hepatitis C. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.
  • Sommige medicijnen tegen kanker. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat. De werking of bijwerkingen van deze medicijnen kunnen veranderen. Overleg hierover met uw arts.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden en alcohol drinken?
Ja, dat kan. U mag autorijden, en u mag alcohol drinken zoals u normaal doet.

alles eten?
Ja, dat kan. U mag eten zoals u normaal doet. Let wel op dat u zich houd aan dieetvoorschriften die voor uw ziekte gelden.
Als u regelmatig veel grapefruitsap drinkt, heeft u meer kans op bijwerkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Meld het aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent, of binnenkort wilt worden. Samen kunt u bespreken wat het risico voor de baby is als u doorgaat met het medicijn. Of wat het risico voor u of uw baby is als u met het medicijn stopt. Soms kan het namelijk ook schadelijk voor u of voor de baby zijn als uw aandoening niet zo goed mogelijk behandeld wordt. Overleg daarom met uw arts over de voor-en nadelen. Zo mogelijk kunt u tijdelijk overstappen op een ander medicijn.

Borstvoeding
U kunt veilig borstvoeding geven als u dit medicijn in de normale dosering gebruikt. Het komt nauwelijks in de moedermelk terecht.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

Hoe?

  • Capsules: Slik de capsule in zijn geheel door met een half glas water, zonder te kauwen. Heeft u hier moeite mee? Dan kunt u de capsule openen. Neem de korreltjes dan in zonder te kauwen. De korrels zijn namelijk zo gemaakt dat ze de werkzame stof langzaam afgeven. Als u de korrels kapot kauwt, komt het medicijn te vroeg vrij. Het medicijn zal dan niet goed werken.
  • Tabletten: Slik de tablet in zijn geheel door met een half glas water, zonder te kauwen. Als u de tablet kapot kauwt, komt het medicijn te vroeg vrij. Het medicijn zal dan niet goed werken.
  • Korrels (granulaat): Leg de korrels op uw tong en slik deze in hun geheel door met een heel glas water, zonder te kauwen. De korrels geven het medicijn namelijk langzaam af. Als u de korrels kapot kauwt, komt het medicijn te vroeg vrij. Het medicijn zal dan niet goed werken.
  • Smelttabletten (orodispergeerbare tablet): Op de tong laten smelten en dan doorslikken. U mag niet eten of drinken terwijl u de tablet neemt. Nadat u de tablet heeft geslikt, mag u een half uur niet eten, drinken of uw tanden poetsen. Daarom kunt u het best de smelttablet na een maaltijd nemen.

Wanneer?

Capsules, gewone tabletten en korrels:

  • Als u dit medicijn 1 keer per dag gebruikt, doe dat dan vroeg in de ochtend, voor het ontbijt. Want de aanmaak van het lichaamseigen cortisol is in de ochtend ook het grootst. De kans op bijwerkingen is dan kleiner.
  • Als u dit medicijn 2 of 3 keer per dag gebruikt, doe dat dan voor een maaltijd.

Smettabletten: slik de smelttabletten in de ochtend en avond na een maaltijd.

Hoelang?

  • Ziekte van Crohn. Bij een opleving van de ziekte start u meestal met een hoge dosering gedurende 8 weken. Daarna kan de arts adviseren af te bouwen.
  • Collagene colitis en colitis ulcerosa. Als u dit medicijn gebruikt tijdens een opvlamming van de ziekte, duurt de behandeling maximaal 8 weken. Daarna kan de arts adviseren af te bouwen. Merkt u na 2 tot 3 weken nog geen verbetering of worden de klachten erger? Overleg hierover dan met uw arts.
  • Chronische leverontsteking. De behandeling met dit medicijn is meestal blijvend. Het kan enkele weken tot maanden duren voor u iets merkt van het gunstige effect van dit medicijn.
  • Slokdarmontsteking. De behandeling duurt tussen de 6 en 12 weken. Bij ernstige klachten kan de behandeling langer duren.
Terug naar overzicht