Apotheek Bulterman en de Groot

Medische Encyclopedie

Inhoud

epoëtine beta

Epoëtine beta stimuleert de aanmaak van rode bloedcellen.

Artsen schrijven het voor bij bloedarmoede.

Wat doet epoëtine beta en waarbij gebruik ik het?

Bloedarmoede

Bloedarmoede kan verschillende oorzaken hebben. Bijvoorbeeld een tekort aan rode bloedcellen. De rode bloedcellen transporteren met behulp van ijzer zuurstof via het bloed naar de rest van het lichaam. Bij een tekort aan rode bloedcellen kan het bloed onvoldoende zuurstof vervoeren. Dit veroorzaakt extreme vermoeidheid.

Een tekort aan rode bloedcellen kan bijvoorbeeld ontstaan bij bepaalde nierziekten. En bij chemotherapie tegen kanker. En bij extreem bloedverlies bij operatie en bij te vroeg geboren baby`s.

Behandeling
Epoëtine beta stimuleert het lichaam nieuwe rode bloedcellen te maken. Epoëtine beta lijkt op het natuurlijke hormoon erytropoëtine, dat hetzelfde effect heeft. Het wordt daarom gebruikt bij bloedarmoede om te voorkomen dat een bloedtransfusie nodig is.

Epoëtine beta wordt ook gebruikt om het aantal rode bloedcellen te verhogen. Dit gebeurt bij mensen van wie het bloed wordt afgenomen om later bij zich zelf weer te laten toedienen. Dit wordt gedaan bij mensen die geen bloedtransfusies met bloed van andere mensen verdragen of dat niet willen.

Effect
Na begin van de behandeling duurt het twee tot zes weken voor het aantal rode bloedcellen is toegenomen.

Lees meer over bloedarmoede . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Verhoogde bloeddruk. U mag dit middel alleen gebruiken als de bloeddruk goed is.

    Eventueel geeft u arts hiervoor bloeddrukverlagers. Zeer zelden ontstaat een plotseling sterk verhoogde bloeddruk. Waarschuw uw arts bij spiertrekkingen en plotseling opkomende migraineachtige hoofdpijn (heftig kloppende eenzijdige hoofdpijn).

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Griepachtige verschijnselen, zoals hoofdpijn, pijn in de gewrichten, een gevoel van zwakte, duizeligheid en vermoeidheid.

     Dit komt vooral voor in het begin van de behandeling.

  • Vorming van bloedstolsels in de vaten (trombose), vooral op de plaats van de injectienaald. Gebruik dit middel niet als u een verhoogde kans heeft op trombose of als u ooit door trombose een hartaanval of beroerte heeft gehad.

    Mogelijk combineert uw arts de behandeling van epoëtine beta met antistollingsmiddelen.

  • Overgevoeligheid voor epoëtine. Dit merkt u onder andere aan onverklaarbare vermoeidheid, benauwdheid jeuk of galbulten, huiduitslag, griepachtige verschijnselen, koorts, spierpijn, benauwdheid of flauwvallen.

    Stop met het gebruik en raadpleeg uw arts. U mag dit middel in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheek door dat u overgevoelig bent voor epoëtine. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit middel niet opnieuw krijgt.

  • Oogafwijkingen. Raadpleeg uw arts als u minder goed gaat zien of last krijgt van uw ogen.

  • Oedeem. Dit merkt u vooral aan opgezwollen enkels, voeten en gezicht.

    Raadpleeg uw arts als u hier veel last van heeft.

  • Te veel kalium in het bloed. Dit merkt u aan een onregelmatige hartslag (vaak het eerste symptoom), gevoelloosheid of vreemde gevoelswaarnemingen in de armen en de benen, lusteloosheid, verwardheid en zwakte.

    Raadpleeg bij deze verschijnselen uw arts.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik epoëtine beta gebruiken met andere medicijnen?

Er zijn van dit middel geen belangrijke wisselwerkingen met andere medicijnen bekend.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden, alcohol drinken en alles eten?
Bij dit middel zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Gebruik dit middel NIET als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Het is niet bekend of epoëtine beta schadelijk is voor het ongeboren kind. Gebruikt u dit middel en denkt u erover om zwanger te worden, overleg dan met uw arts.

Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts. Het is niet bekend of dit middel in de moedermelk terechtkomt en of het schadelijk voor de baby is.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek of in de bijsluiter.

Hoe?
In het algemeen worden de injecties in het ziekenhuis, de polikliniek of door de wijkverpleegkundige toegediend. Mogelijk heeft u geleerd om uzelf te injecteren.

Bewaar de injectiespuiten in de koelkast (niet in het vriesvak).

Hoe lang?

  • Mensen met kanker die chemotherapie krijgen: u moet dit middel gebruiken tot en met 1 maand na stoppen van de chemotherapie. Of tot er weer voldoende rode bloedcellen zijn. U krijgt dan 1 of 3 tot 7 keer per week een injectie.
  • Mensen met chronische nierziekten, zoals mensen die nierdialyse nodig hebben: meestal gebruikt u dit middel continu driemaal per week. In sommige gevallen kan het ook elke dag, eenmaal per week of om de week gebruikt worden.
  • Voorafgaand aan een operatie. Om voor voldoende rode bloedcellen te zorgen in uw bloed, zodat het bloedverlies minder schadelijke gevolgen heeft. Of om voldoende bloedcellen aan te maken voor afname van bloed ten behoeve van een bloedtransfusie: u moet dit middel gedurende 4 weken gebruiken.
  • Te vroeg geboren baby’s: de behandeling wordt gestart binnen 3 dagen na de geboorte en duurt 6 weken.
Terug naar overzicht