Apotheek Bulterman en de Groot

Medische Encyclopedie

Medische encyclopedie > Geneesmiddelen zoeken > Geneesmiddelen overzicht > triamcinolonacetonide injectie in de spier

Inhoud

triamcinolonacetonide injectie in de spier

Triamcinolonacetonide is een bijnierschorshormoon ook wel corticosteroïd genoemd.
Bijnierschorshormonen remmen ontstekingen en overgevoeligheidsreacties. Ze zijn ook nodig voor het vrijmaken en opslaan van energie, mineralen en zouten.

Artsen schrijven triamcinolonacetonide injecties in de spier vooral voor:

  • Bij ernstige ontstekingen. Bijvoorbeeld luchtwegontstekingen (zoals astma, COPD en sarcoïdose), reumatische aandoeningen (zoals reuma en polymyalgie), lupus erythematodes (LE), darmziekten (colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn), het syndroom van Sjögren, ernstige huidontstekingen, nierziekten en ernstige allergische reacties.
  • Ook wordt het gebruikt om afstotingsreacties tegen te gaan na orgaantransplantaties en als onderdeel van een behandeling tegen kanker. Ook werkt het tegen de ernstige misselijkheid die kan ontstaan bij chemotherapie.

Wat doet triamcinolonacetonide injectie in de spier en waarbij gebruik ik het?

Astma

Verschijnselen
Mensen met astma hebben last van aanvallen en periodes van benauwdheid. Deze aanvallen worden uitgelokt door prikkels, zoals koude lucht, rook, stoffen waar u allergisch voor bent, maar ook inspanning kan een aanval veroorzaken. 

Oorzaak
Bij gezonde mensen veroorzaken deze prikkels geen benauwdheid, terwijl mensen met astma hier wel gevoelig voor zijn. Bij hen reageren de slijmvliezen in de luchtwegen als ze met deze prikkels in aanraking komen. Bij deze reactie trekken de luchtwegen samen, waardoor u benauwd wordt.

Behandeling 
Als plaatselijke behandeling van de longen met inhalaties niet voldoende helpen, kan uw arts een injectie met triamcinolonacetonide voorschrijven. Bijvoorbeeld als de klachten ineens erger worden.

Effect
Triamcinolonacetonide zorgt er niet voor dat u beter wordt van astma, maar het onderdrukt de ziekteverschijnselen, zodat uw lichaam zich makkelijker kan herstellen.

Lees meer over astma . “

Chronische obstructieve longziekte (COPD)

Verschijnselen 
COPD is de Engelse afkorting voor chronische obstructieve longziekte. Bij COPD zijn de luchtwegen vernauwd en heeft u last van slijm in de luchtwegen. U moet veel hoesten en bent benauwd. De klachten kunnen af en toe erger of juist beter worden.
De oorzaak van COPD is meestal een beschadiging van de luchtwegen, bijvoorbeeld door roken.

Behandeling 
Als de klachten bij COPD ineens erger worden, kan uw arts een injectie met triamcinolonacetonide voorschrijven. Soms wordt triamcinolonacetonide-injectie ook gebruikt om de klachten alvast te verminderen wanneer u start met andere medicijnen die niet gelijk werken.

Effect
Triamcinolonacetonide zorgt er niet voor dat u beter wordt van COPD, maar het onderdrukt de ziekteverschijnselen, zodat uw lichaam zich makkelijker kan herstellen.

Lees meer over chronische obstructieve longziekte (copd) . “

Sarcoïdose

Verschijnselen
Bij sarcoïdose (ziekte van Besnier-Boeck) ontstaan spontaan ontstekingen in verschillende organen en weefsels in het lichaam. Het vaakst in de longen, lymfeklieren, huid, ogen en gewrichten. Soms komt het ook voor in het hart of het zenuwstelsel. U kunt dus heel verschillende klachten hebben bij deze aandoening.
De ziekte kent slechte en goede perioden. De ontstekingen verdwijnen meestal in de loop van de tijd vanzelf, maar keren ook weer terug. Soms houden mensen last van littekenweefsel, dat door de ontstekingen is ontstaan.

Oorzaak
De oorzaak van sarcoïdose is niet bekend. Het kan het gevolg zijn van een infectie of van een abnormale reactie van het eigen afweersysteem. Dit betekent dat het lichaam de eigen cellen aanziet voor indringers en deze probeert op te ruimen.

Behandeling
Bij de meeste mensen verdwijnen de klachten op den duur vanzelf. Als er hevige klachten zijn schrijft de arts bijnierschorshormonen voor, zoals triamcinolonacetonide. Het remt de ontstekingen, waardoor u minder last van de verschijnselen zult hebben. Triamcinolonacetonide zorgt er niet voor dat u beter wordt van sarcoïdose.

Lees meer over sarcoïdose . “

Reumatoïde artritis

Verschijnselen
Reumatoïde artritis (RA) is een ontsteking van de gewrichten. Het geeft pijn, stijfheid en zwelling in de gewrichten van bijvoorbeeld de handen, polsen, enkels of voeten. Meestal zijn de verschijnselen zowel links als rechts in dezelfde gewrichten aanwezig. Door de ontsteking wordt het gewricht dik en gevoelig, soms ook warm. Op den duur raken de gewrichten beschadigd.

Behandeling
Bij reumatoïde artritis schrijft de arts speciale medicijnen voor, de DMARD’s: Disease Modifying Antirheumatic Drugs. Deze medicijnen gaan de oorzaak van de gewrichtsontsteking tegen. Maar ze werken niet meteen, maar pas na een tijd.
Artsen schrijven triamcinolonacetonide-injectie voor om de klachten alvast te verminderen en als de klachten ineens erger worden.

Effect
Triamcinolonacetonide werkt binnen een paar dagen tot weken en blijft een paar weken of langer werken.

Lees meer over reumatoïde artritis . “

Lupus Erythematodes (LE)

Oorzaak en verschijnselen
Lupus erythematodes (ook wel LE genoemd), is een chronische ontsteking van de huid. Behalve de huid kunnen ook gewrichten, nieren, longen en andere organen ontstoken zijn. Dan noemt men het wel ‘systemische LE’ of ‘SLE’.

Het is een auto-immuunziekte. Dat betekent dat het lichaam antistoffen maakt tegen eigen lichaamscellen, in dit geval van de huid, gewrichten, nieren en longen. Hierdoor ontstaan ontstekingen. Ook komen er meestal huidafwijkingen voor, zoals rode vlekken in het gezicht en verschillende soorten huiduitslag. Het is onbekend waarom het lichaam zich keert tegen de eigen cellen.
De ziekte komt in aanvallen, maar kent ook rustige periodes. Een aanval lijkt op een ernstige griepperiode met koorts, spier- en gewrichtspijn en vermoeidheid.

Behandeling
Bij een aanval van SLE kan uw arts triamcinolonacetonide-injectie voorschrijven. Triamcinolonacetonide remt de ontstekingen zodat uw lichaam zich makkelijker kan herstellen.

Lees meer over lupus erythematodes (le) . “

Colitis ulcerosa

Verschijnselen
Colitis ulcerosa is een chronische ontsteking van het slijmvlies van de dikke darm. Hierdoor heeft u frequente en ernstige diarree, vaak met bloed en slijm erbij.
Andere klachten zijn buikpijn, koorts, uitdrogingsverschijnselen, bloedarmoede en gewichtsverlies. Periodes met weinig klachten worden afgewisseld met periodes waarin de ziekte opvlamt.

Oorzaak
Bij colitis ulcerosa is meestal alleen het laatste deel van de dikke darm aangedaan, het rectum. De ziekte heet dan proctitis ulcerosa. Na verloop van jaren kan de ziekte zich uitbreiden naar de rest van de dikke darm.
De oorzaak van de ontsteking is een ‘auto-immuunreactie’. Dat betekent dat het lichaam de cellen in de eigen darmwand aanziet voor indringers en deze probeert op te ruimen. De precieze oorzaak hiervan is onbekend. 

Behandeling
Aanvallen van colitis ulcerosa worden meestal behandeld met een plaatselijk werkend bijnierschorshormoon, zoals budesonide. Het werkt alleen in de darm en remt daar de ontstekingen. Heeft dat onvoldoende effect, dan schrijven artsen soms een bijnierschorshormoon voor dat in het hele lichaam werkt, zoals triamcinolonacetonide.

Triamcinolonacetonide remt de ontsteking in de darm. Meestal merkt u binnen een paar dagen dat de klachten minder worden.

Lees meer over colitis ulcerosa . “

Ziekte van Crohn

Verschijnselen
Bij de ziekte van Crohn zijn delen van de darm chronisch ontstoken. De ontsteking veroorzaakt buikpijn, koorts, diarree, moeheid en gewichtsverlies. Periodes met weinig klachten worden afgewisseld met periodes waarin de ziekte opvlamt.

Oorzaak
De precieze oorzaak van de ziekte van Crohn is niet bekend. Waarschijnlijk is het afweersysteem in de war en valt deze goede bacteriën in de darm aan. Hierdoor ontstaat een ontsteking die de darmen verder beschadigt. De ontsteking dringt diep door tot de spierlagen van de darmen. Meestal is het laatste deel van de dunne darm en het eerste deel van de dikke darm aangedaan. Door de chronische ontsteking ontstaan verdikkingen in de darm, waar de ontlasting moeilijk langs kan. Ook ontstaan verbindingsbuisjes (fistels) van de darm naar andere organen, zoals de blaas, de vagina en tussen delen van de darm onderling.

Behandeling
Het is belangrijk de ontstekingen zoveel mogelijk te voorkomen en te remmen als ze wel optreden. Hierdoor neemt de buikpijn af en ontstaan er geen nieuwe verdikkingen of fistels.
De ziekte van Crohn wordt in eerste instantie meestal behandeld met een bijnierschorshormoon dat ter plaatse in de darm werkt, zoals budesonide.
Bij ernstiger vormen van de ziekte van Crohn, of als de ontsteking te hoog in de darm zit, stappen artsen over op sterkere bijnierschorshormonen (zoals triamcinolonacetonide) of op afweerremmende medicijnen.

Effect
Triamcinolonacetonide remt de ontsteking in de darm. Meestal merkt u binnen een paar dagen dat de klachten verminderen.

Lees meer over ziekte van crohn . “

Syndroom van Sjögren

Oorzaak en verschijnselen
Het syndroom van Sjögren is een ‘auto-immuunziekte’. Dat betekent dat uw lichaam de eigen cellen aanziet voor indringers en deze probeert op te ruimen. De precieze oorzaak hiervan is onbekend.

Bij het syndroom van Sjögren is het afweersysteem actief tegen de eigen traan-, speeksel- en slijmklieren. Daardoor werken deze klieren niet meer of onvoldoende. De slijmvliezen van onder andere ogen, mond, neus en keel zijn droger dan normaal.

Behandeling
De behandeling bestaat meestal uit kunsttranen en kunstspeeksel om de droogheid op te heffen. Soms is het afweersysteem ook actief tegen gewrichten en inwendige organen, die hierdoor ontstoken raken. Uw arts kan dan triamcinolonacetonide-injectie voorschrijven om deze ontstekingen te remmen.

Lees meer over syndroom van sjögren . “

Overige huidaandoeningen

Triamcinolonacetonide-injectie wordt gebruikt bij verschillende ernstige huidaandoeningen, veroorzaakt door allergie of een afweerreactie tegen de eigen lichaamscellen.

Lees meer over overige huidaandoeningen . “

Nierziekten

Triamcinolonacetonide-injectie wordt gebruikt bij de nierziekte nefrotisch syndroom. Bij deze ziekte maakt het lichaam afweerstoffen tegen de eigen niercellen. Triamcinolonacetonide onderdrukt deze afweer.

Lees meer over nierziekten . “

Allergie

Triamcinolonacetonide-injecties worden gegeven bij hevige allergische reacties, met flauwvallen en ernstige hart en vaat-problemen.
 

Lees meer over allergie . “

Voorkomen van afweerreacties

In combinatie met andere medicijnen wordt triamcinolonacetonide-injecties gebruikt tegen afstotingsreacties na orgaantransplantaties. Het voorkomt dat uw lichaam na een orgaantransplantatie het nieuwe orgaan afstoot.

Lees meer over voorkomen van afweerreacties . “

Kanker

Triamcinolonacetonide-injectie wordt gebruikt bij verschillende soorten kanker, zoals lymfeklierkanker, leukemie, hersentumor, borstkanker en de ziekte van Kahler.

Triamcinolonacetonide werkt bij deze aandoeningen op verschillende manieren.

  • Het verbetert de eetlust, vermindert vermoeidheid en zorgt er vaak voor dat u zich beter gaat voelen.
  • Verder gaat triamcinolonacetonide de zwelling van tumoren tegen. Het vermindert op die manier de pijn als tumoren tegen zenuwen aandrukken.
  • Veel medicijnen tegen kanker zorgen ervoor dat u erg misselijk bent. Triamcinolonacetonide kan deze vorm van misselijkheid verminderen.
Lees meer over kanker . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven. De kans op deze bijwerkingen hangt af van uw eigen gevoeligheid voor dit medicijn, de hoeveelheid triamcinolonacetonide die u gebruikt en hoelang u dit medicijn gebruikt.

Hoe korter u dit medicijn gebruikt en hoe lager de dosering, hoe minder kans u heeft op deze bijwerkingen.

Bij een behandeling met 1 of 2 injecties heeft u weinig kans op bijwerkingen.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Meer kans op infecties met bacteriën, virussen of schimmels.

    Overleg voor gebruik met uw arts als u een infectie heeft, zoals tuberculose. Dat is nodig omdat sluimerende infecties door dit medicijn erger kunnen worden. Ook heeft u het minder snel in de gaten als een infectie uit de hand loopt. Dit medicijn vermindert namelijk de verschijnselen van een ontsteking, zoals roodheid en zwelling. Neem in elk geval contact op met uw arts bij

    • een ontsteking die opeens opkomt;
    • ontstekingen in of rond uw ogen;
    • ontstekingen waarvan u weet of vermoedt dat deze door een virus zijn veroorzaakt, zoals gordelroos;
    • als in uw omgeving mazelen of waterpokken heerst;
    • als u een wond heeft die slecht herstelt;
    • als u gevaccineerd moet worden, bijvoorbeeld tegen tropische ziekten. Mogelijk reageert uw lichaam onvoldoende op de inenting.
  • Hoofdpijn

  • Staar (een blijvende vertroebeling van de ooglens: cataract). Neem contact op met uw arts als u slechter, wazig of dubbel ziet.

    Staar komt meestal alleen voor als u dit medicijn meerdere jaren gebruikt.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Maagzweer of darmzweer. Dit medicijn kan een maagzweer erger maken.

    Overleg voor gebruik met uw arts of apotheker als u een maag- of darmzweer heeft of kortgeleden heeft gehad. Misschien heeft u een maagbeschermer nodig. Raadpleeg uw arts als uw maagklachten erger worden.

  • Problemen rondom het ongesteld zijn.

    Uitblijven of tijdelijk veranderen van de menstruatie of bloedverlies bij vrouwen die al in de overgang zijn geweest.

  • Vochtophoping (oedeem). Dit merkt u vooral aan dikke enkels en voeten.

    Mensen die al last van oedeem hebben, zijn hier extra gevoelig voor.

  • Een te hoge bloedsuiker in uw bloed. Hierdoor krijgt u verschijnselen van diabetes (suikerziekte), zoals veel dorst en veel plassen. Dit komt vooral voor bij mensen boven de 75 jaar. 

    Heeft u diabetes (suikerziekte)? Mogelijk heeft u tijdens de behandeling meer insuline of glucoseverlagers nodig. Meet extra vaak uw bloedglucose.

  • Psychische klachten, zoals overdreven opgewekt gevoel, moeite met slapen en depressief voelen. Bent u depressief of wordt u hiervoor behandeld? Overleg met uw arts voor u dit medicijn gaat gebruiken. Dit medicijn kan depressie erger maken.

     

    De ernst van de psychische klachten kan per persoon verschillen. Heeft u veel last van deze stemmingsveranderingen? Praat erover met uw arts. 

  • Spierklachten, zoals spierzwakte, vermoeide spieren en spierpijn. Heeft u de spierziekte myasthenia gravis? Dan kunt u hier extra last van hebben.

    Raadpleeg uw arts als uw klachten erger worden.

  • Op de prikplek: deuk in de huid en donker of lichter worden van de huid.

  • Een te hoge bloeddruk. Overleg voor gebruik met uw arts als u een hoge bloeddruk heeft of hiervoor behandeld wordt.

    Uw bloeddruk moet misschien vaker gecontroleerd.

  • Glaucoom (verhoogde oogboldruk). Waarschuw uw arts als u minder goed gaat zien of als u hevige pijn achter uw oog heeft die niet binnen een paar uur weggaat.

    Overleg met uw arts als u weet dat u glaucoom heeft, terwijl u daar niet voor wordt behandeld. Glaucoom komt meestal alleen voor als u dit medicijn meerdere jaren gebruikt.

  • Remming van de bijnierschors

    Vooral kinderen zijn gevoelig voor deze bijwerking. Hier heeft u tijdens de behandeling geen last van, maar na het stoppen heeft uw bijnierschors tijd nodig om op gang te komen om weer zelf bijnierschorshormonen aan te maken. Dit kan meerdere maanden duren.

  • Vertraagde groei bij kinderen

    Het is belangrijk dat een arts regelmatig de lichaamslengte en het lichaamsgewicht controleert.

  • Broze botten (osteoporose), waardoor deze eerder breken.

    Het is belangrijk tijdens het gebruik van dit medicijn voldoende kalk te inneemt, bijvoorbeeld in de vorm van melkproducten of als tabletten. Ook lichaamsbeweging is nodig, omdat dat zorgt voor een actieve opbouw van de botten.
    In veel gevallen zal uw arts u adviseren ook medicijnen tegen botontkalking te gebruiken.

  • Dik gezicht (bolle wangen).

    Net als de gewichtstoename is dit voor velen een belangrijk nadeel van de behandeling. Het gaat niet goed met u, maar voor uw omgeving ziet u er juist 'welvarend' uit. Het verdwijnt weer als u stopt met het medicijn.

  • Huidklachten, zoals wondend die slecht herstellen, acne (jeugdpuistjes), veel zweten en meer lichaamsbeharing (vooral in het gezicht).

  • Te weinig kalium in het bloed. Dit merkt u onder andere aan spierkrampen, spiertrekkingen, spierpijn, spierzwakte, minder eetlust, verstopping en hartkloppingen.

  • Hart-vaatziekte, zoals hartfalen, een hartaanval of een beroerte.

    Hier is meestal pas kans op na meerdere maanden gebruik.

  • Zwelling gevuld met pus (abces)

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u aan huiduitslag, galbulten of jeuk.

    Een heel enkele keer ontstaat een ernstige allergie (met onder andere benauwdheid, zwelling van mond, keel, verlies van het bewustzijn).
    Ga bij een ernstige allergie onmiddellijk naar een arts of Eerste-Hulpdienst.
    Als u overgevoelig bent voor dit medicijn, mag u het in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheek door dat u overgevoelig bent voor triamcinolonacetonide. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik triamcinolonacetonide injectie in de spier gebruiken met andere medicijnen?

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Pas op met het gebruik van ontstekingsremmende pijnstillers, zoals acetylsalicylzuur, celecoxib, diclofenac, ibuprofen en naproxen. Ontstekingsremmende pijnstillers hebben als bijwerking maag- en darmzweren. Triamcinolonacetonide kan de kans op deze bijwerking verhogen. De pijnstiller paracetamol heeft deze bijwerking niet. Deze kunt u wel veilig gebruiken.
  • Bepaalde vaccins, zoals het BMR-vaccin, het gelekoortsvaccin en het buiktyfusvaccin. Triamcinolonacetonide zorgt ervoor dat deze vaccins minder goed werken. Het BMR-vaccin en het gelekoortvaccin mag u niet gebruiken als u meer dan 2 weken triamcinolonacetonide gebruikt. Het buiktyfysvaccin dat u via de mond kunt innemen, mag u dan ook niet gebruiken. Het is wel mogelijk het buiktyfusvaccin via een injectie te krijgen. Neem hierover contact op met uw arts.
  • De antistollingsmedicijnen acenocoumarol en fenprocoumon. Gebruikt u een hoge dosering van triamcinolonacetonide? Dan kan het ervoor zorgen dat het antistollingsmedicijn sterker werkt. Overleg hierover met uw arts. Meld het aan de trombosedienst als u triamcinolonacetonide gaat gebruiken en als u ermee stopt.
  • Sommige medicijnen tegen hiv. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.
  • Sommige medicijnen tegen kanker. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat. De werking of bijwerkingen van deze medicijnen kunnen veranderen. Overleg hierover met uw arts.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

Ja, dat kan. U mag autorijden, en u mag eten en drinken zoals u normaal doet.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Overleg met uw arts. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Als u dit medicijn voor een lange tijd in hoge doseringen gebruikt kan het de groei van het ongeboren kind trager maken. En is het risico op vroeggeboorte groter. Meld het in elk geval aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Misschien kunt u overstappen op een ander medicijn. Een medicijn waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts. Moet u dit medicijn voor een langere tijd gebruiken? Dan kunt u dit medicijn beter NIET gebruiken als u borstvoeding geeft. Dit medicijn komt in de moedermelk en kan zo schadelijk voor de baby zijn. Misschien kunt u overstappen op een ander medicijn. Een medicijn waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken. Of u kunt kunstvoeding geven. Als u dit medicijn voor een korte tijd gebruikt is het waarschijnlijk niet schadelijk voor de baby.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Hoe?
U krijgt dit medicijn via een injectie in uw spieren, meestal in uw bilspier.

Wanneer en hoe lang?
Uw arts bepaalt hoe vaak u de injectie moet krijgen en voor hoelang. Dit verschilt van persoon tot persoon. Ook hangt dit af van de soort en ernst van de aandoening.

Terug naar overzicht